De Pompoenen oet De Lut
Pompoensoep (een flinke pan voor +/- 15 personen)
In ’t Kruisselt dineren dagelijks gemiddeld 60 tot 90 gasten. Er gaan flink wat pompoenen in de soep! Dit receptuur is gebaseerd op 15 personen, om een kleinere pan soep te maken deelt u het receptuur door twee.
Daar gaan we, eerst gaan we de pompoenen koken, daarvoor heeft u nodig:
- 2 flespompoenen
- 1 hele ui gesnipperd
- 4 stuks kruidnagel
- 2 laurier bladeren
- 1 theelepel kerrie
- 1,5 liter water
Heeft u alle ingrediënten verzameld? Dan gaan we schillen. Schil de pompoenen en verwijder het zaad. Snijd de pompoenen in grove stukken. Zet de pompoen goed aan in een pan samen met de ui, laurier en kruidnagel, even flink bakken! Voeg de kerrie toe en laat deze even mee fruiten. Voeg het koude water toe en laat de massa gaar koken in ongeveer 20 minuten. Verwijder de laurier en kruidnagel en pureer de gaargekookte pompoenmassa.
Dan is het zaak om de soep daadwerkelijk te maken, hiervoor maken we eerst een blanke roux.
- 150 gram boter
- 180 gram bloem
- 2,5 liter groentebouillon
- 0,5 liter kookroom
- Zout naar smaak
Maak van de boter en bloem een roux. Een roux wordt verkregen door de boter in een pan op het vuur te laten smelten en te vermengen met de bloem. Na het mengen moet men de verkregen roux kort en onder voortdurend roeren laten bakken om de bloemsmaak te verwijderen. De roux moet worden verhit tot een temperatuur van ongeveer roux 95°C maar niet hoger om verbranden te voorkomen. Een roux wordt gemaakt in een pan met dikke bodem omdat de roux gelijkmatig en langzaam moet doorgaren zodat de bindkracht zo groot mogelijk wordt. De roux mag licht van kleur blijven.
Giet de groentebouillon er vervolgens bij en roer de massa goed glad met een garde. Voeg de pompoenmassa toe en de room.
Alles even kort laten koken en goed met elkaar mengen. Breng vervolgens op smaak met zout.
Een kleine pan soep maken? Deel dan het receptuur door de helft.
Succes met het maken van deze heerlijke pompoensoep!
Met vriendelijke groet,
Van de koks van Hotel ‘t Kruisselt én de vader van Mark